DE EBENEZERTOREN
Zaterdag 15 april 2017
Aanwezig: Marc & Tamara, Kaat & Mirk, Jan & Clark, Vera & Guy, Hans & Nathalie, Ziggy & Lieselotte, Shilemeza & Emma, Kaatje & Karen + gids.
De Toren van Eben-Ezer is een toren op een heuvelrug bij de Jeker bij de Belgische plaats Eben-Emael, in de gemeente Bitsingen (Bassenge), enkele kilometers ten zuiden van Maastricht. Hij is ontworpen en eigenhandig gebouwd tussen 1951 en 1965 door de autodidactische kunstenaar, architect, schrijver, esotericus en filosoof Robert Garcet (1912-2001). In en onder de toren bevindt zich een museum; het “Musée du Silex”.
Kopstukken Kaat Bauters en Marc Gaij van de eveneens piekfijne organisaties Vos Restaurabo en Flavirama lustten naar een samenwerking en het resultaat daarvan hebben we gezien, zeven verdiepingen hoog in de lucht, onder begeleiding van de gids wiens naam ik op dat laatste verdiep vergeten ben.
We ontmoetten mekaar aan de volledig uit silexstenen opgetrokken taverne genaamd Moulin du Broukay en klonken gul op deze maar half bewolkte dag met bier, Martini en bloedhete preisoep.
Het was even wennen aan de brij semi-onverstaanbare klanken die onze gids produceerde, maar eerlijk is eerlijk: door de dikke laag Frans/Duits/Limburgs heen klauwden we een behoorlijke hap Nederlands bij mekaar op ons bord en boerden we vlot voorwaarts.
Ziggy & Lieselotte konden hun geluk niet op bij het vaststellen van een rijke plaatselijke plantenwereld en hebben met eigen ogen een van de meest tot de verbeelding sprekende planten uit de middeleeuwse hekserij mogen aanschouwen, namelijk de Mandragora. In het Nederlands Alruin, maar dat bakt toch zó veel minder bruin.
De nodige verbale decibels werden als vanouds met graagte geleverd door het olijke duo Jan & Clark, ekskuzeer, geleverd door Mijnheer de Directeur en zijn hoogst eigen private schoenenpoetser.
Schoenen werden deze dorstige dag echter duchtig door het slijk gehaald, maar wij enhousiast gepeupel hongerden naar avontuur en goedkoop vertier en wij zijn ruimschoots aan onze trekken gekomen.
We hebben tot ware menhirs versteende Asterix en Obelix naar ons zien koekeloeren terwijl we op punt stonden een duistere mergelgrot te penetreren, niet wetende dat we diep achterin deze duistere krochten zouden struikelen over de rails van onze aller held Indiana Jones zijn belachelijk klein en veel te strak zittende mijnkarretjes.
Onze allersympathiekste gids stelde ons een ervaring voor in het pikkedonker, op voorwaarde dat we gedurende één enkele minuut onze monumentale klep hielden. Wat toen in het duister is gebeurd hoef ik hier niet te openbaren: er was per slot van rekening een minderjarige onder ons.
Mochten we een perfecte tanden-wedstrijd hebben georganiseerd, dan zou Emma met haar ogen dicht en haar krankzinnig perfect gebit schitteren als nooit tevoren; vergeleken met haar gezandstraalde ivoorverzameling vielen wij uit de boot met een orale mergelgrot.
“Aimer, penser, créer”, stond er aan de poorten van de Ebenezertoren, maar wie of wat dachten we op dat eigenste moment voor lief te creëren? Silexstenen scherp als scheermessen hielden ons niet tegen het gebouw te betreden dat niet zou misstaan op de velden van Flavirama met Vos Restaurabo erotische verzen declamerende op de kantelen.
Vier monumentale derrières van de apocalyps uit gewapend beton domineerden het royaal gesilexeerde dakterras…een sphinx, een stier, een leeuw en raar maar waar: een adelaar.
Ons collectief kinderhart kirde van plezier bij het aanschouwen van de inhoud onzer voorzitter Marc Gaij zijn zak met lekkers: wafels, cécémel en appelsap! Een vieruurtje genuttigd om vijf uur, maar geen Waalse haan die er naar kraaide, laat staan dat de vastgebetonneerde Vlaamse leeuw zijn kont zou draaien.
Het werd volgens ons luidste mansvolk zo zoetjesaan tijd om wat gerstenat te gaan hijsen bij de klet van Mariette. Eén roker stond te roken aan de toog van het café waarvan ik de naam ben vergeten op mijn zitplaats en sommigen haalden hun gram door zelf buiten te gaan roken, zoals het een gehoorzame burger betaamt. Na de nicotine van sommigen klonken we met bier, kruidenthee en verschaalde asbak.
Als afsluiter van dit natuurwandelingetje hebben we nog méér geklonken: ditmaal in de Smokkelhoeve te Riemst…met bier, Campari en Rosé. Steaks werden gevreten als de beesten, beestig was de afrekening die maar niet leek te willen worden afgerekend. De enige die hiervoor op diende te worden afgerekend is, u begreep het al, de uitvinder van de zogenaamde ‘witte kassa’.
Een fijne dag zoals er ongetwijfeld nog wagonladingen vol staan aan te komen, daarom een woord van dank voor de eerder vermelde kopstukken van al eveneens eerder vermelde organisaties: DANK!
Foto’s: Nathalie Deriemaeker & Tamara Pepermans.