De hittegolf blijft ongenadig beuken, als we nog eens de weg naar het feeërieke sprookjesbos Flavirama kiezen. Het is al een tijdje geleden, maar vandaag willen we er bij zijn. Vriend Marc Gaij heeft niemand minder dan Wigbert kunnen strikken voor een optreden. Ik ben altijd een fan gewest van de Aalsterse bard met zijn mooie, poëtische liedjes en zijn uitstekende gitaarspel.
Na het lange, smalle pad komen we aan op het spaarzaam verlichte, maar oh, zo karakteristieke openluchttheater met zijn podium en gammele stoeltjes. Marc, de eeuwige duivel- doet- al is zowel ontvangstcomité als ticketbeheerder, als barman. Ik moet zeggen dat ik wel wat meer volk had verwacht; Wigbert is toch niet de eerste de beste, maar neen, er waren niet zo veel mensen opgedoken. Lag het aan de verzengende hittegolf, aan late vakanties of aan het overaanbod van activiteiten, ik versta het niet. Voor die prijs en in die setting een van de groten van het Vlaamse lied kunnen meemaken, zou toch wat meer volk op de been moeten brengen.
Gelukkig waren er toch wel enkele oude bekenden opgedaagd, zodat we vooraf toch even konden bijpraten en een zeer democratisch geprijsd drankje konden nuttigen. Op het podium twee prachtige gitaren (een Martin en een Gibson Hummingbird), een batterij aan pedalen, een micro en twee gekleurde spots. Wigbert zat gewoon wat te keuvelen met enkele mensen die hij al kende.
En dan kwam Wigbert op het podium. Hij begon met twee mooie, kwetsbare poëtische liedjes en al snel was ik bedwelmd door zijn prachtige gitaarspel. Maar het was niet alleen gitaar als begeleiding, want achter de knoppen zat Gert Jacobs die het gitaarspel nu en dan aanvulde met mooie, niet opdringerige ‘soundscapes’. Vaak vind ik zo een elektronische tussenkomsten overbodig en storend , maar hier pasten ze wonderwel bij het uitstekend gitaarspel.
Wigbert gaf een bloemlezing uit zijn mooie repertoire en sprak tussendoor gemoedelijk met het publiek. Hij speelde ook zijn cover van ‘Louis’ ,een lied van Vaja con Dios. Hij had het wel erg warm onder de spots, maar dat had geen invloed op zijn spel en zijn stem.
Tijdens de pauze stonden we met een groepje mensen bij Wigbert. Bleek dat bijna iedereen muzikant en/of gitarist was en dat we nogal veel gemeenschappelijke kennissen hadden.
In het tweede deel bracht hij zijn bekendere nummers en enkele goed gekozen covers. Hij deed ook vaak beroep op het publiek om mee te zingen of zelfs om mee te spelen , wat Marc François op harmonica graag deed. Hij zong een liedje over een Roemeense mummie, waarvan het publiek telkens de naam moest roepen. Ik heb hem zo vaak mee geroepen, maar ik ben de naam toch wel kwijt zeker…
Als laatste nummer speelde hij zijn ‘Ebbenhouten Blues’ op zijn Gibson in open tuning. Dan moesten er natuurlijk toch nog enkele bisnummers. Als allerlaatste liet hij iedereen ‘ All you need is love’ van de Beatles meezingen.
Ik ga niet meer zo vaak naar optredens, maar Wigbert heeft mij overtuigd. Een grote zanger en gitarist, zo vriendelijk en zonder kapsones, heeft mijn muzikale hart verwarmd. (Het was natuurlijk al warm genoeg! )
Verslag Willy Dessers (van Emballage Kado)
met dank aan Els van den Broeck voor de foto’s